Een elfje en een draak,
Zien elkaar staan.
LIefde op het eerste gezicht,
Een elfje zo licht.
De draak,
Een lelijk wicht.
Maar ze maken elkaar gelukkig,
Trouwen in het geheim.
Hun ouders elkaars vijand.
Maar het elfje en de draak,
Maakte een einde aan dat festijn.
Ouders werden vrienden van elkaar,
Altijd weer stonden ze voor elkaar klaar.
Tot dat de draak op het elfje ging zitten,
Een vleugeltje gebroken,
Net als het drakenhart.
Het elfje snikkend naar huis gevlogen.
Drakentranen zo zwart.
Tog is het maar goed,
Want een draak met een elfje...
Gaat nooit goed.