Duisternis,
haat,
verwelkte bloemen,
een veld met herrineringen,
aan gehate geliefdes,
omdat ze ons verlaten hebben.
Ons achtergelaten met ongesproken woorden,
met ongeuite gevoelens,
met alles,
wat gewoon weg niets is.
Onze liefde hebben ze gegrepen,
met hun hulpeloze angsten,
angsten voor hun lot,
maar waarom?
De gedachten spoelen over,
in ons hoofd,
in ons hart,
het doet pijn, écht pijn.
Het is een pijn met liefde,
misschien door liefde,
waarschijnlijk van liefde,
nee,
gegeven door liefde.
Gegeven door leven, gegeven door dood.
Het maakt ons bang,
we bibberen en trillen met wijd opne ogen.
Starend naar het lot dat weer toegeslagen is.
we weten niet waarom
en we willen het niet weten.
Het enigste wat er toe doet is dat dat angst,
om te worden als zij die het geworden zijn.
Om prachtige bloemen te ontvangen,
maar wanneer ze éénmaal je rustplaats aanraken,
ze verwelken.
Ze verwelken in de stralen van de zon, maan en sterren,
bij de zoet zoute zee,
aan de rand van het gevaarlijkste ravijn...
klaar om te verdwijnen in het licht,
dat als je er bent, duisternis blijkt te zijn.