ik heb van je slechts overgehouden
een briefomslag,
zelfs geen lief woord,
geen gebaar waar ik niet aan twijfel
en toch ken ik je nog,
wrijf ik het mijne tegen het jouwe
als de wind op het zand,
de gestreelde duinen
je schildert een gelaat
dat het mijne was,
een aarzelende hand
ligt naast je neer
(14 juni 1987)
Auteur: rosseel eric | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 19 mei 2004 | ||
Thema's: |