mijn wereld
waar zij gebonden is,
aan een aarde wat ons al heeft achtergelaten,
in haar donkere ogen is het af te lezen,
het beangstigende wat weer komen gaat.
Ze fluistert een gebed,
wat zelfs god niet meer kan horen,
droevig in haar duistere tonen,
verlaat ze haar tranen voor de laatste keer.
In de klank van het einde,
de zon die haar de kou laat voelen,
wanneer iedereen beweerd het licht te zien,
is zij achteloos dwalende.
Uit de dieptes van die heimelijkheid,
waar haar nachten niet meer zullen stralen,
waar haar maan zich als gestorven laat,
en depressies het over zullen nemen.
Zie haar regenboog, ja daar, alsof het nooit strepen achter heeft gelaten,
het verleden geheel voorbij, nog niet over,
mist en zwart, daar zijn haar kleuren in geboeid,
nooit waar zij de waarheid zal kennen.
Gehuld in dodelijke doeken,
wit is de nacht die het leven genomen heeft,
waar zij in de schaduwen blijft wenen,
om een leven dat nooit geboren is.
Zij heeft de wereld in haar bloedende handen,
wanneer het niet meer zwarter kan,
waar de herinnerende stilte zich bekend maakt,
alsof ze helemaal leeg van binnen is.
Ze kan het wel voelen, maar niet vinden,
een bestaan tussen blijvende schimmen,
waar ging ze heen toen ze er eigelijk niet meer was?
daar waar haar ziel voorbrandt in de hel.
liefdelijk zwart blijft ze onbesproken,
eenzaam daar waar hij is neergedaald,
waar een kind niet meer dromen kan,
waar zij verloren is.
Puur was de boete die zij betaald had,
wanneer de tijd weer stilstaat in de toekomst,
ze ging niet, ondanks zij gebroken was,
waar zij blind werd voor de waarheid
blessed be, rebecca