ik was stom om tedenken dat jij om mij geeft.
ik was nog stommer om tezeggen dat ik om jou geef.
wat was ik stom omdat tedenken,en nog stommer om jou mijn gevoelens tezeggen.
ik dacht dat jij om mij gaf,omdat je een keer zei dat je verliefd op mij was.
ik was stom heb het verkeerd gedacht,ik dacht dat er een keer iemand was die iets om mij gaf.
wat ben ik toch dom,wat ben ik stom,had het na kunnen gaan,een meisje zoals mij ziet geen enkele jongen staan.
ik zou altijd om jou geven,ik zou er altijd voor jou zijn,want er bestaad maar 1 jongen die zo lief is als jij.