De ondergaande zon
Het was een woensdag
Dat weet ik nog wel
Ik kwam net lopen,
Van de hemel naar de hel
Langzaam liep ik voort
Tot ik nog voor de poort
Een mooi meisje zag staan,
Zij kwam er net vandaan
Ik sprak haar aan en wat bleek
De hel was niks,
Hooguit leuk voor een week
Ze nam me bij de hand
En we liepen richting het strand
Daar aangekomen ging de zon net onder
Hadden we het nou getroffen,
Of was het zonde
Dat we de zon niet zagen opkomen?
Ik dacht nee,
Want waren we meteen,
Dus afzonderlijk hier heen gegaan
Dan hadden we ons van elkaar ontnomen