Als je geboren wordt
kan je nog niets.
als kleuterga je dan
naar de kleuterklas.
Je leert zwemmen
en rijden op je fiets.
Als tiener denk je aan hoe leuk
het vroeger was.
Je wordt ouder,
wordt verliefd en trouwt.
Je krijgt een baan
en koopt een huis.
Er wordt een baby geboren
waar je erg van houdt.
In het begin
kan het nog niets.
Als kleuter gaat hij
naar de kleuterklas.
Je leert hem zwemmen
en zijden op zijn fiets.
Als tiener denkt hij aan hoe leuk
het vroeger was.
Hij wordt verliefd
en trouwt.
Er wordt een kleinkind geboren
waar je erg van houdt.
In het begin
kan het nog niets.
Als kleuter gaat hij
naar de kleuterklas.
Hij leert zwemmen
en rijden op zijn fiets.
Als tiener denkt hij aan hoe leuk
het vroeger was.
Hij wordt ouder
en jj wordt oud.
Je bent intussen al
een eindje in pensioen,
en je hebt veel mensen
waar je van houdt.
Je hebt alle dagen
wel wat te doen.
En je bent gelukkig en
denkt aan hoe alles nu is.
Je leven is geslaagd
Je familie die is niet mis.
En als je aan jezelf vraagt:
'was ik vroeger ook zo?'
Dan bemerk je dat je kinderen en kleinkinderen
een geslaagde versie zijn.
Je kijk nog eenmaal
naar je familiefoto,
en je denkt aan je leven
met vreugde, zonder pijn.
Zo zou het altijd moeten zijn.