Toen je op m'n schoot kwam zitten,
had ik een gevoel van afgunst.
Als je in m'n ogen kijkt,
moet ik me verbergen in de kunst.
Wanneer ik je glimlach zag,
ik kan niet verklaren wat ik dacht.
Die tintelende uitstraling
Een blijvende waarneming
Die ondoorgrondbare perfectie
Een afkeer van affectie
Toen ik je in m'n droom zag staan,
een herboren gedaante.
Als ik je schaduw zag gaan,
had ik me doen verdwijnen.
Wanneer er voldoende moed verschijnt,
is dat ontastbare silhouet weggekwijnt.
Voor I.L.