Er is een lijn die mijn hart en mijn ziel verbindt
Met een weerspiegelend licht, als de ochtend zo stil.
Er klinkt muziek in het woud en de stem van een kind
Waar ligt de grens tussen wat ik kreeg en wat ik wil ?
Ik ben de nacht, ik hou het duister in mijn greep
Sterren zijn slechts parels in de palm van mijn hand
Ik bewaar dromen als slingers met een naadloze sleep
Terwijl de warmte zich verbergt in de plooien van het land
Maar zal ik treuren om datgene dat ik missen moet
Of blij zijn dat de dag steeds weer uit mij ontwaakt ?
Maar zelfs als het gloren me vriendelijk begroet
Dan nog blijf ik voor het zonlicht onaangeraakt
Mijn lijnen verbleken bij het krieken van de dag
Terwijl de zon met haar kleuren de horizon omwalt
Haar zachte opgang is het mooiste dat ik ooit zag
Ik ga nu maar slapen tot de avond weer valt.