Als dauwdruppeltjes, die flikkeren op de grassprietjes,
Vroeg in de morgen,
Als de zon haar eerste licht laat stralen,
Zo voel ik mij als ik bij je ben.
Alsof ik ergens,
Ver boven de wolken ben,
En me laat meedrijven met de wind,
Die me steeds terug bij jou brengt.
Ongewild, steeds opnieuw,
Zijn mijn gedachten bij jou,
Elk moment van de dag,
Ben jij de enige waar ik nog kan aan denken.
En als de nacht valt,
En de maan en sterren aan de hemel staan,
Zijn we samen in mijn dromen,
Dromen die wij gaan laten uitkomen.
Jij en ik,
Samen.