Ik hou van de stilte,
in't diepst van het bos.
Ik hou van de kilte,
ik voel me er los.
Ik hou van de bloemen,
langs oever en sloot.
Van bijen die zoemen
over leven en dood.
Ik hou van de dieren,
gevleugeld of niet.
Van leeuwen tot mieren,
van al wat men ziet.
Ik hou van de mensen,
welke taal ze ook spreken,
met al hun kleine wensen
en al hun grote gebreken.
's Nachts zie ik in mijn dromen
al't goed op dees aard
de bergen, de stromen
't Is al het leven waard.