Zijn mantel
Door onrust gedreven vol moeite en pijn,
ons leven een mantel zo kil en te klein.
Tot het Levende Woord als een zaadje zo fijn,
wordt geplant in ons hart tot een vurig refrein.
We horen Zijn lied krachtig en luid,
zingend doen onze harten hun kille mantel uit.
We leven als wolken gejaagd door de wind,
terwijl ons hart Zijn thuis vaak niet vindt.
De golven van ‘t leven soms rustig soms wild,
tot Hij ons boven het aardse optilt.
Daar wordt alles rustig en volkomen stil,
een mantel van vrede voor wie hem dragen wil.
Het Woord eens veilig in Gods hart geborgen,
zag onze moeite, onrust en zorgen.
Opdat we voor eeuwig Zijn weg zouden gaan,
nam Het als mantel een sterfelijk lichaam aan.
Hield steeds voor ogen hoe het ons zou vergaan,
staande voor Gods troon zonder mantel aan.
Zijn we te klein Heer, om uw woorden te horen,
geraakt in ons hart uw waarheid verloren ?
Gij toch vormde ons naar uw beeld,
en hebt ongemerkt onze wonden geheeld.
Gij wilt ons waardig voor U zien staan,
en doet ons uw bloedeigen mantel aan.
Hij wist uit ons wezen, weg alle zorgen,
en wil ons dragen van vandaag naar morgen.
Hij heeft ons gekocht en betaald zonder geld,
los uit een wereld vol angst en geweld.
Met een zuiver geweten van alle schuld vrij,
de mantel met zijn kostbaar bloed dragen wij.