een kale leegheid
een plek zonder iets te zien
een omhulsel van vrolijkheid
dat nog leeg is bovendien
nooit meer alleen of nooit meer samen
twee uitersten van het leven,
leven met het weten van die namen,
tot ik niets meer heb te geven
een rekening te betalen
een afspraak na te komen
zo blijf ik eeuwig dwalen
met slechts een restantje van mn dromen
wetend dat het de waarheid is,
of dat althans schijnt te zijn
zolas wij ooit allemaal waren
en nooit meer zullen zijn
het weten van mijn naderende ondergang,
het onafwendbare einde van mn armzalig bestaan,
dat alles maakt me niet langer bang;
zolang ik maar iets goeds kan hebben gedaan.
amber moors