Zo was ze er,
Zo was ze er niet,
Ik ben er nu, voor hem.
Maar hij is er niet.
Ze zal er nooit meer zijn,
het verdriet is groot.
Iedereen is er nu, voor hem.
Iedereen is er nu, voor haar.
Geluk is er niet meer voor hem,
er is alleen verdriet.
Ik moet er zijn,
maar het doet zo veel pijn.
Ze is er niet,
Ze is gegaan zoals ze was, snel en onverwachts.
Ik ben er.
Want ik moet er zijn.
Voor iedereen.
voor hem.
Er zijn.