Aanraking is niet wat me
ongeduldig maakt van jou;
de tijd die in een tel wenkt
is groter dan de toekomst.
Je huid veegt de druppels
van het veld dat bloeit;
dronken van dorst
steek ik jou voorbij.
Ontmoeten is wat niet hoeft
in een genot van leegte;
gretig vult zich mijn wezen
met jouw ogen, jouw blik.
Ik vloei als een inktvlek
diep in het geschept papier;
samen schrijven we
onze droom aan flarden.
We betten niets, we laten zijn,
we stillen en we weven;
we strikken de lijnen,
de groeven, de pletten.
Een diepe zucht besluit
de litanie van zorgen;
we verdampen de kou
die ons zo lang scheidde.
Auteur: Anton van Amerongen | ||
Gecontroleerd door: Sheena | ||
Gepubliceerd op: 04 april 2004 | ||
Thema's: |