Alle clichés gooit hij voor haar in de strijd
en beschrijft geestdriftig lege wegen, huilend
hart en gedeelde smart, maar ze
zucht en kijkt naar buiten.
Drie onnatuurlijk gefluoriseerde bollen
rood in de lucht, verspringen naar groen en
naar beneden. Levend vlees in een metalen jasje
schaatst gewichtloos over asfalt dat zwart glanst.
Haar acceptatie blijkt zoveel leger dan waardering. Zijn
bewondering blijkt zoveel blinder dan geluk. De wolkloze
zonloze lucht wit als een meeuwenvleugel
van heel dichtbij. De betonnen wereld is
onbereikbaar ver weg.