Iets wat ik eigenlijk niet wil,
De wind is zo kil.
De dood die mij roept,
Dat in mijn gedachten floept.
Dingen die ik liever niet wil weten,
Als een kat hebben vast gezeten.
Dingen die iets van mij willen,
Zo als de dood mij probeert te killen.
De vinger van de dood strijkt over me wang,
Ik ben bang.
Bang, voor dat hij me mee zou nemen,
Om zijn ramen te zemen.
Een zwarte schaduw komt over me heen,
Het is gemeen!
Ik wil nog niet dood!
Ook al zit ik onder het bloed....bloedrood.
Hij pakt me vast,
Je hebt van mij geen last.
Hij sleurt me mee de grond in,
Maar ik heb geen zin.
Ik stribbel tegen,
Zin om de dood over de vloer te vegen.
Jij was mijn redding,
Sneed aan de ijzeren ketting
Het lukte om hem door te snijden,
Ik ben verlost uit mijn lijden.
We hebben hem verslagen,
En we mogen bepaald niet klagen.
De nachtmerrie is voorbij,
Want jij bent van mij.
Je hebt me gered,
Dat je dat voor me over hebt.
Je hebt me laten leven,
Nu kan ik met jou over de wolken zweven.
*In de eeuwige liefde............*