ik weet niet wat ik moet,
moet met jou,
het zal wel aan mij liggen,
maar ik begrijp het niet,
begrijp niet,
waarom je het doet.
Ik wil helpen,
jou helpen.
ik weet niet of je wil,
dat ik jou help,
help met jouw problemen,
wil je dat?
ik wil met je praten,
als jij dat ook wilt.
Als het alleen niet lukt,
kom dan naar mij.
als het niet alleen lukt,
ontken het niet.
als jij mij nodig hebt,
ben ik er voor jou.