jij bent het
die me bovenhoudt als
ik verdrink in tranen, een
zoute zee van foute woorden
scherp tot in mijn hart
en jij voelt het
als ik wegglijd in de
rioolput die mijn gedachten
geworden zijn, een
troep ratten die me langzaam
weg knagen tot niets
nog mezelf is
jij weet
hoe ik me voelen kan alsof
de sterren me uitbranden in
de diepte van de nacht, die me
zo’n angst aanjaagt
en jij leest
in mijn natte ogen, hoe mijn
eenzaamheid jaagt, hard
en koud tot ik verkramp en
niet meer recht geraak
zonder jou
jij ziet mij en hoort mij en
kent mij,
laat me nooit zomaar staan
alsjeblieft
mijn vriend ben je altijd