Vergeet-me-nietje
Eén vergeet-me-nietje aan de rand.
Helemaal alleen aan de waterkant.
Haar wortels reiken naar de rots.
Die de rivier splijt, in zijn trots.
Toch door jaren afgesleten.
En door het opbeuken van water, in twee gespleten.
Geen seizoen gaat voorbij zonder haar bloemenpracht.
Niets houd haar tegen,niets houd haar in zijn macht.
Terwijl haar wortels verder en dieper reiken.
Het bundeltje geweven leven eens de rots zal bestrijken.
En zich zachtjes op hem zal neerleggen.
Tot hem zal fluisteren en zeggen.
Hier ben ik om voor je te zorgen.
Laat mijn bloemen op je groeien, vandaag en morgen.
Tot op de dag van vandaag al eeuwen lang.
Luisteren ze samen naar de rivier zijn bruisend gezang.
Ze zijn één in hun zijn.
En de rivier, die krijgt hen niet klein.
Lesley-Ann