Alanya '03-'04
Nu zijn de foto's
netjes op de eettafel belandt.
Kijken we 's ochtends
naar die kopjes en
de zomer.
Denken van toen
en dat we 't nog eens
nog eens,
zouden doen.
En hoe ik liep
naast blauwe zee,
eind december
blauwe jasje.
Zomer was het daar
en hier doornat
van al dat drashen.
Kan er wel om lachen, nu.
Die man had drankjes -
jezus lekker -
zelfgeperst en afgeperst.
Hij had ons aan de rekker.
Miljoenen kwijt, geen spijt.
We hadden hem op foto.
Daar stond ie op een rots.
Zo hoog was het niet eens.
Nu zou ie springen -
niet zonder applaus.
Een Turk die iets kan tonen
voelt zich paus.
Niet in het hotel, nee.
Gedwee te slepen voor je voeten
omdat de Nederlandse gasten
propere tegels moeten.
En taart, het leek bijna
of er was honger!
Soms weleens in de stad,
döner kebap.
Verkopers snoerden je
handig de hap.
Maar ach, meneer,
ik rook geen sigaretten.
En nee,
ik zal er ook niet mee beginnen, Evert.
Hotellemans had 's avonds pas z'n kans.
Een oude vos die veel had nagedacht.
En ondanks zere voetjes toch graag lacht.
Naar Satrup haar ponponnetjes
en bellydance-japonnetjes.
Wat fijn om op je vijftig jong te zijn.
From the earth to the sky.
From the morning 'till Chin.
Als je het mij vraagt, tikkie zonderling.
Maar met een grote blauwe ogen Asti.
Zij ziet de wereld vol verwondering.
En jij staat daar temidden al dat moois, niet?
In al dat moois loopt mama's rode jasje.
Huppelt gekleurde kousen van haar benen.
Geniet van het idee, 1 januari op terrasje.
Knikt ja, maar bedoelt nee wanneer verkoper is verschenen.
Soms zie ik haar te laat,
dan fietst ze naar
geen-idee-waar.
Van Satrup kreeg ik een verjaardagskaart.
De foto's zijn nu
netjes op de eettafel belandt.
Turkije is nu weer een ander land.
Maar soms haal ik de boottocht
of de jeep nog even op.
Schenkt Souleyman me nog een warme kop.
Appelthee.