Weken lang heb jij geleden, je was zo hopeloos je was zo bleek. Ik had rode ogen van het verdriet die staarden als ik naar jou keek.
Door een diep donker dal ben jij gegaan. Wij hebben altijd voor je klaar gestaan.
Je vocht voor je leven je had een doel voor ogen. Al die weken bleef iedereen in jou doel geloven.
Ik wist zeker dat je alles zou overwinnen, dat je uit het ziekenhuis kwam en met je leven weer zou kunnen beginnen.
Maar het was niet vol te houden je had pijn. Het opgeven zou de enige oplossing zijn.
Je hebt gevochten maar legde je er bij neer, voor jou is er nu geen pijn meer.
Een leegte is er in me leven gekomen die nooit zal worden opgevuld, met jou vrolijkheid, je aanwezigheid, je geduld.
Er is een plekje voor jou alleen in mijn hart en die zal nooit verdwijnen