Vroege dauwdruppels
spreiden zich uit
over de glanzende wei
in de koelte van
het ochtendgloren.
Schreeuwende meeuwen
cirkelen rond over de
woelige zee.
Gedachten,
mijmerend ronddwalend
in deze mistige nevel.
Zich toespitsend op
de opkomende zon,
de optrekkende nevel,
de kalmer wordende zee.
Mezelf rechtheisend
uit het klamme zand
kijk ik verder
hoe het water telkens weer
in de zee verdwijnt.