’s Nachts in het schijnsel van de maan
komt ze tot leven
maakt ze kringen in het water
en laat het riet zachtjes beven
’s Nachts in het schijnsel van de maan
als niemand in de buurt is
komt ze te voorschijn
Een gedaante van een meisje half vis
’s Nachts in het schijnsel van de maan
haar ogen zo grijs, glimmen
Haar natte lichaam weerkaatst het maanlicht
En haar staart, nu begint het pas bij me door te dringen
’s Nachts in het schijnsel van de maan
komt de zeemeermin tot leven
een gedaante half mens half vis
En bij zonsopgang vraag ik me af waar is ze gebleven