Door `t kappen van bomen kijken wij nu tot aan de horizon
tegenover daar waar de dag begon
de avondzon beschijnt nu ons huis
met achter ons het bosgeruis.
Wij zien nu de zon heel langzaam onder gaan
en achterons daar klimt de maan
daar schijnt hij nu nog door de bomen
als ons het daglicht wordt ontnomen.
Zo wordt ons huis altijd verlicht
het is een wonderlijk gezicht.
twee lichtbronnen vanuit `t firmament
dit was voor het kappen ongekend.
Maar waarom heeft men die bomen nu gekapt
en `t groene mos kapot getrapt
wil men vòòr ons nu gaan bouwen
het zou ons zeer berouwen.
Het weidse uitzicht wordt ons dan ontnomen
zo ook de bronnen van het licht
er zullen nog meer mensen komen
de natuur wordt dan totaal ontwricht.
Dan hadden wij toch liever nog die bomen
zo voor ons huisje staan
dan is het uitzicht wel ontnomen
maar zien tussen de bomen de zon toch onder gaan.
DdJ.