De lente is het begin van het leven
En de zomer komt pas op de tweede plaats
Zo is de herfst als derde aangewezen
Met de winter als een vierde ondermaats
Maar wat men nog nooit echt mooi heeft beschreven
Komt hier nu voor mij al op de ereplaats
Zij eender welk jaargetij dat men verkiest
Zijn ook zij, in vier jaargetijden verdeeld
Dus heb je overal iets dat je verliest
Maar ook een deeltje waar je zich niet verveeld
Zij het nu in warme tijden of als het vriest
De natuur heeft het toch steeds zo goed bedeeld
Dat het leven door de waarheid steeds geniesd
Leeft van het oude naar het nieuwe droombeeld