Als ik van te voren had geweten,
had ik van achteren wel anders geheten.
Als ik van te voren had kunnen denken,
hoefde ik achteraf niks te bedenken.
Als ik van te voren alles had kunnen horen,
zou ik me achteraf nergens meer aan hoeven te storen.
Als ik van te voren alles al had geweten
was ik blij als ik het achteraf weer was vergeten.