als ik je in gedachten zie lachen,
dacht ik dat je gelukkig was.
gelukkig met het leven dat je had,
dat het nooit zal veranderen.
dat je altijd bij ons zou blijven,
om ons te steunen.
hoe zou ik het verwerken,
wat jij hebt gedaan.
dat zal me nooit lukken,
het zal me altijd achtervolgen.
ik weet niet wat een vader is,
ik heb er maar 2 jaar een gehad,
ik heb hem nooit gekent,
ik heb nooit met hem kunnen lachen.
jullie allemaal wel,
jullie weten hoe hij was.
moet ik dan alles aan jullie vragen,
om er achter te komen wie mijn vader was.
ik weet geeneens wat het woord betekent,
wat hij allemaal voor je doet.
of hij je liefde geeft,
en er altijd voor je is.
het enige wat jij me gaf,
is pijn en verdriet.
omdat ik er achter kwam,
hoe jij bent doodgegaan.
dat je achter in de schuur hing,
en dat een vreemde je moest vinden.
dat ze het altijd hebben verzwegen,
want ze dachten dat dat beter was.
maar sinds ik het weet,
voel ik me beter.
niet omdat je dood bent,
maar omdat ik eindelijk de waarheid weet.