Groen en onder.
‘Het is stil zonder jou’, of iets dergelijks,
zou ik willen zeggen met stembanden van
wol, maar dat is als kaartenhuizen en zangers
zongen al meer, gebiedend, bedenkend te zijn
als met wensen wordt omgesprongen. Tsja,
de blabla gebald op een neus, die eens gebroken
niet meer heelt. Als vechtjas moet je weten wanneer
dicht te knopen en het bovendien noch doen ook.
Want dat groen een voze kleur is wist ik in het geel
ook, net als in het zwart en de kleur van je zetel. (crème)
Zo komt men niets meer te kunnen dan schamen
en beamen dat de hemel niet omhoog te houden valt.