Nog in de knop,verwarmd door de zon.
Dit is hoe mijn leven begon,
In de lente ging ik open,stralend groen,
Glanzend in het voorjaarslicht,
aan een boom in het plantsoen.
Toen de zomer kwam met alle hitte,
Gaf ik schaduw,
Aan iedereen die onder me kwam zitten.
In het najaar kreeg ik de mooiste kleuren,
Maar ik had niet veel meer te geven en
ik begon te treuren.
De herfststorm kwam al gauw,
Ik begon te beven.
En werd een deel,
Van de eeuwige kringloop van het leven.