Ik mis de dichter met een hart,
Nu de avond komt
zie ik het klare water
van gedichten ongerijmd,
gerijmd volgt wellicht later.
Het is er altijd al geweest
in verzen, strofen lang
pretentieloos, pur sang.
Een rijm, een dicht
dat onverplicht
de sores wat verlicht
Dichten lijkt te zijn vergaan
tot schrijnende akkoorden
van woorden die ik niet begrijp.
Mijn graf is rijp
ik ga er in, zij het met tegenzin.
Niet omdat ik langer wil:
Ik mis de dichter met een hart
die in mijn steen, al is ie hard,
zijn woorden hakken wil.
Koos 3-11-2003