Ik haat die verderfelijke aantrekkingskracht,
die me steeds weer tot bij de verachtelijke bracht.
Ik wil hem lossen,
dat venijn niet meer torsen.
Het verstand een hoekje inschoppen,
en stoppen alles op te kroppen.
Weg met die bitsigheid, vaarwel achterdocht,
tijd voor een nieuwe bevrijdingstocht.
Opgefokte emoties gestokt,
door de tijd stilaan opgeslokt.
O ja wat verafschuw ik die aantrekkingskracht,
ik blijf er tegen vechten met man en macht.