De zon zakt zachtjes weg achter de bomen
in de straten waar de dichters dromen
de Hemelse schilder mengt een tint
voor de hemel, tot hij dat roze vindt
en Eoos, zij slaat haar ogen dicht en zucht
geniet van de geuren in haar roze lucht
Gaea's kracht stroomt door het bos
en eenzaam laat een herfstblad los
en in een zwoele laatste vlucht
als Helios vol ontroering zucht
Artemis zit op de bemoste stronken
en staart naar het blad, in gedachten verzonken
'een lente, een zomer, het derde seizoen
toch heeft ze een leven lang dienst kunnen doen
haar laatste rustplaats, een grafkleed van mos
een eenzame dood in een dicht, donker bos
een leven, een hartklop, een vlucht op de wind
totdat ze uiteindelijk de harmonie vindt
de kleuren ontnomen, het plekje ontzegd
zo heeft weer een ziel zich te ruste gelegd.'