Schaars
Alsof er krabben schaarden
kietelden ze m'n hals
en manen vielen uit
het lang verleden,
waarin nu alle beelden
besloten in de geest,
de deze die een bijnaam adopteerden.
Er vielen plukken lichter
als dode restjes zon,
veel was er en niet meer te redden.
Er vielen stukken onder
en ik vergat m'n ogen.
Vergane glorie in memorie,
binnenin.
Het voelt een nieuw begin
als in de spiegel,
bezwijk er bijna in
en blaas verbazing.
Het was, de kam, het groeide
tot ten top.
Ik lach het moest een dag,
het zou een keer.