Wanneer het duister was bracht jij mij licht.
Alleen al door het laten zien van je gezicht.
Met doordringende ogen keek je mij aan.
In je ogen verdronk ik en voelde het verdriet en pijn bij me weggaan.
Jouwn glimlach deed mij weer leven.
In moeilijke tijden wist jij mij weer hoop te geven.
Alles wat ik was ben ik geworden door jou.
ik ben van je gaan houden zonder dat ik dat wou.
de tijd dat we samen waren leken net dromen.
Altijd voelde het alsof ze ook uit waren gekomen.
Tussedn ons voelde het zo goed , en toch ging het kopot.
Lag het aan jou,mij of was het gewoon het lot?