Je hebt me bedrogen,
Andermans liefde uitverkoren.
Plots, verbrijzeld, alles wat ons ooit bond,
Omwille van die kerel, die je enkel “vriendelijk” vond
Zie me nu zitten, ik eis het: kijk me aan
durf aanschouwen, al wat je me hebt aangedaan
Ik ben een wrak, gesloopt door loze woorden
gesproken in gebaren van liefde die enkel wij konden horen
Hoe moet dit verder, ik vraag het aan jou
ikzelf weet het niet, geloofde namelijk blind in de trouw
Die twee harten elkaar beloven
nu, plots, ver van mij weg geschoven.
Verbijsterend hoe een leven,
in een flits zich zo kan keren
Tegen hij die werkelijk dacht
te hebben gevonden die ene kracht
Die hem kan steunen en dragen,
warmte brengen doorheen de koudste lagen.
Datgene waarnaar elke ziel streeft,
het ultieme doel waarvoor ieder leeft
“de liefde...”, wat klinkt het zoet
ik heb ze geproefd... meermaals door haar glimlach begroet
Wat doet het pijn...
Nu slechts “een vriend” en niet meer “jou lief” te zijn.