de kou van de herfst waarin het lichaam sterft
helemaal alleen, in de grond waar het bederft
niets laat je achter, geen gedachtengoed
je nalatenschap ziek als een zondevloed
geen groot gemis, geen gebroken hart
nooit begonnen, niets gestart
vervlogen in de mist
zonder spoor uitgewist
ergens heb je bestaan
hard was de les
nergens goed gedaan
diep ging het mes
dwars door het leven
niets is vergeven
onlosmakelijk wordt verbroken
de ziel ineengedoken