Ik was je écht vergeten, ik ergerde me aan je, je was lomp en je deed vervelend.
Maar toen zag ik haar, jij hebt haar hand.
Ze leunt tegen je aan en de tranen springen in mijn ogen.
Maar zíj zijn erbij, dus houd ik me in en concentreer me op de film die alleen maar meer tranen opwekt.
Ik lijk ontzettend op haar, dus als het straks uit is heb ik nog een kansje, misschien.
Je staat twee centimeter van me vandaan en kijkt me ontzettend diep aan.
Waar je vriendin bij staat notabene!
Ik onderbreek de blik even om niet in lachen of huilen uit te barsten.
"Vind je hem nog leuk?" "Nee, alleen als hij me van zó dichtbij aankijkt wel ja..." M. lacht.
We lopen naar huis, ik omhels de twee meiden, waarna jij me ook omhelst. Het duurt niet eens één seconde, maar het lijkt wel een uur.
Ik weet dat dit een afschijd is.
Jij zal nooit in mijn bezit zijn, hoogstens nu even in mij greep, dat is alles.
Ik moet haar ook maar omhelzen, anders is het zo lullig.
Het is niet meer dan een vluchtige aanraking.
Dan 'Ajuus'.
Terwijl we weglopen kijk jij naar me om, lacht, roept: "Succes met leren!", lacht weer naar me, draait je om en loopt weg.
Nu voorgoed.