Twee gasten zaten in een auto
En hingen elk gezellig uit een raam
Roept de een naar de ander
'Zullen we eens naar buiten gaan?'
'Awel,'zei de ander,' 't is schoon weer
En 't is een schoon stukske natuur
Maar,' zo riep hij, ' 't is nie toepasselijk
Te gaan wandelen op zo'n laat uur'
'Och gij,' riep de ene, 'gij hebt gewoon schrik'
En keek minachtend over het dak
De ander kroop ook via het raam omhoog
Maar stootte zo tegen een tak
'Oww' riep de andere, 'Dat doet zeer!
Zeg, misschien is het beter
In de auto te converseren.'
Zei de ene 'tuurlijk betweter.