Uit bed
Uit bed komen is elke dag opnieuw een hele opdracht,
Wanneer ik droom is de realiteit zo ver weg,
Als ik wakker wordt voel ik me opgesloten
in ‘n diepe gracht,
De gevoelens komen in galop terug,
Alsof ik ze ‘s nachts opzij leg.
Maar als ik in de gracht blijf, zink ik in een moeras,
Een moeras van gedachten, leed en pijn,
Het is alsof de duivel in m’n hoofd elk pijnlijk moment voorlas,
Er moet toch ooit een einde aan komen,
‘k wil niet eeuwig een drenkeling zijn.