in laat zonlicht bleken ogen
schijnsels van belofte
het was eigenlijk al
uit gedachten verbannen
maar op dit moment
klapperen vensters open
naar een willig omarmen
de rivier is een sliertje
achter dit goddelijk lichaam
dat ooit de hele wereld was
toen wilde woorden braken
plaatste zij glazen zinnen
slaat nu scherf herinnering binnen
het was nog onbeschreven
juist dit ene stukje kristal
bestaat door niet meer