angst
deze schemerige vale valavond
voor het vertrek van mijn allerlaatste reis
boezemt mij nog meer opgekropte angst in.
overgegeven aan langzaam tikkende
en onbeluisterbare kerkklokken
bibber ik de uren angstvallig af.
gepakt in zak en as zal ik mij hier
weldra doch kortstondig achterlaten,
op zoek naar dromerige doodsangsten.
ongetwijfeld vind ik haar gedachten
een babylonische spraakverwarring
die mij niet met rede kan bevangen.
daarom zou een aangrijpende aftocht
vooraleer de afgang wordt ingeluid
een onverhoopte vangst betekenen.
angst past als geen ander in dit soort vangst.
::: david troch :::