omhoog sliert het wolkje rook
vanuit de sigaar
in de hand op de leuning
grootvaders stoel
het leer kraakt
in een nors gezicht staren twee grijze ogen
in de spiegel tegenover de stoel
ik trek zijn gezicht
zoals ik hem herinner
uit mijn gezicht probeer ik te lezen
wat hij dacht
wat hij voelde