vroeger sprong ik met gemak over alle soorten beekjes
groot of klein
kwaardaardig of fijn
breed of lang
het had geen belang
ik was voor niets bang
nu sta ik voor een ravijn
waar geen brug lijkt te zijn
doe ik een stap naar voor
ga ik eraan
blijf ik staan
dan moet ik met men leven verdergaan
misschien moet ik mij die stap naar voor
dan toch maar wagen
ik weet dat ik het me niet zal beklagen.