Pluis
De poezemeiden krijsen luid "Pluis Pluis"
en Pluis maar hollen en maar vliegen
en al die meiden met hun kontje wiegen
Die Pluis die had het reuze druk
vocht ondertussen aan één stuk
om zijn harem te beschermen
Zijn oren stuk, zijn oog zat dicht
zo mager als een lat
ooit was ie wit, een pracht van een kat
Nu kijk hij me verdrietig aan
vraagt zich af wat heb je me aangedaan
die meiden roepen me toch luid
maar me pikkie wil er niet meer uit.
Arme Pluis
Auteur: Zwaagie | ||
Gecontroleerd door: Frummel | ||
Gepubliceerd op: 17 juni 2003 | ||
Thema's: |