Ik ben bang, bang voor datgene ik wist.
Hoe ik het al zag, ik weet het niet.
Maar nu, nu is het zover, het is beslist.
Nu besef ik het, hoe je me ziet.
Ik ben bang, dat je ziet wat niet staat
op je weg. Ik ben maar een stuk
eenvoudige wegwijzer, die jou toont waar je gaat,
welke weg je voor je hebt. Je geluk.
Maar misschien, ja toch, daar kwam het:
Een vuurvliegje. Het streek neer op me
op de kant die wees: “Vrienden”.
Dus, ga maar, ik kom je nog wel tegen.
Dit gedicht heeft m'n beste vriend voor me geschreven toen ik eindelijk m'n gevoelens voor hem vertelde in een gedicht, het doet me nog elke dag pijn, ik ga er kapot aan, zonder hem kan ik nu eenmaal niet leven...