Kijk, daar om het hoekje
- wat lacht ze lief hè – mijn goud-
haantje. Nog altijd trots, rechtop
aanwezig, geduldig. Zonder achter-
liggende gedachte en – nog altijd –
in zicht. Een toestel flitst;
foto – licht – beeld.
Ach ja, de essentie, het plaatje.
Inderdaad, wat de oogmeester
laat zien: wezen van vergelijking.
Onsterfelijk.