Uit de serie ‘Woordenboeken’ [7]
hon·den·hok (het ~)
1 verblijf van een waakhond
2 slecht, bekrompen verblijf => hok
- Woordkeuze van Arjan -
Hondenhok..
Jouw huisje ligt er nu verlaten bij
geen geblaf meer elke morgen
Jouw troost ben ik nu kwijt
in al mijn pijn en zorgen
Je muurtjes waren pas geverfd
en een heel nieuw dak erop gezet
Maar dat alles maakt niks meer uit
want die ene motorrijder had niet opgelet
En nu zit ik met tranen voor je hok
en gooi je bal nog een maal voor me uit
Maar je rent er niet meer achter
en komt niet wanneer ik fluit
-12.05.2003-
Cartooneken
Auteur: Toonie | ||
Gecontroleerd door: cartooneke | ||
Gepubliceerd op: 12 mei 2003 | ||
Thema's: |