Het vuur grijpt om zich heen
Mijn hart verkoolt, zo hard als steen
Met mijn gedachten die als brandstof fungeren
En woorden die zich als kogels manifesteren
Jaloersheid is een seriemoordenaar
Het is de duivel die ik constant in zijn ogen staar
Hij fluistert me in wat ik niet wil horen
Hij zit op mijn frequentie van redelijkheid te storen
Jij bent het water die mijn vuur dooft
Jij brengt rust in mijn hoofd
Je bent de bron waar ik uit kan drinken
En mijn gedachten kan laten bezinken