Daar zit ik dan in de trein met te vervelen
Onderweg naar jouw want ik wil deze nacht met je delen
De tijd kruipt heel langzaam voorbij
Door de raam zie ik op het perron alweer een lange rij
Een rij met mensen die ook mee willen gaan
Zal er ook maar een van die mensen afweten van jouw bestaan
Van dat lieve meisje met die leuke lach
Van die bruine ogen die ik het liefst altijd zag
Van die kleine handjes die me zo teder kunnen strelen
Nu dat ik aan jouw denk ben ik me ineens niet meer aant vervelen